De Trombosedienst van het RKZ zorgt voor de dosering van medicatie bij mensen die antistollingsmedicatie slikken.
Om de dosering te kunnen controleren, nemen de medewerkers van de Trombosedienst bloed af, dat in het Klinisch Chemisch Laboratorium geanalyseerd wordt. In het bloed wordt de INR bepaald (International Normalised Ratio). Hieruit kan men opmaken of het bloed voldoende ontstold is om trombose te voorkomen. De Trombosedienst verzorgt op basis van de laboratoriumuitslag het advies voor de antistollingsmedicatie voor de volgende periode. Daarna komt de patiënt weer bloed prikken en kan de Trombosedienst weer een nieuwe doseringsadvies voor de volgende periode afgeven. De dag na de bloedafname door de Trombosedienst ontvangt u automatisch per post een nieuwe doseerkalender. Hierop vindt u de dosering van de antistollingsmedicatie voor de volgende periode. Ook ziet u de waarde van uw INR en wanneer u de volgende keer wordt terug verwacht voor bloedafname.
LET OP: Het is zeer belangrijk dat u het onderste strookje van deze doseerkalender met het geïntegreerde etiket meebrengt naar de eerstvolgende bloedafname door de Trombosedienst. Dit etiket is namelijk nodig voor de bloedafnamebuis.